Oude Hap 2000++

De 24 Uurs van 2000

24 Uurs 2000

Research & Development

Home Oude Hap 2000++ Morfogenese Morfolutie Onderzoek Strategie UNCERP Conferentie
Reeds in 1993 en 1994 voerde Prof. dr. J. Nuboer in Utrecht experimenten uit waaruit zonneklaar bleek dat Rupert Sheldrake een te eenvoudige opvatting had van morfogenetisch veld en de daaraan verbonden leerprocessen.

Door het duivenhok gecontroleerd te verplaatsen wist hij aan te tonen dat het morfogenetisch veld losstaat van de locatie van het hok. Dit betekende tevens dat niet het object maar het subject bepalend is voor de leercurve.

Dit bemoedigende resultaat werd direct opgepikt door de wetenschappelijke werkgroep van de Oude Hap.

duiven.jpg (48169 bytes)

fahlstiege.jpg (15252 bytes) Uiteindelijk vormde dit in 1997de aanleiding tot het beroemde FAHLSTIEGE-experiment. Om de grenzen van het zogeheten falend leren te verkennen zette de Oude Hap een met recht klassiek te noemen experiment op. In het grensgebied tussen Nederland en Duitsland - zoals bekend een gebied met enigszins verzwakte morfogenetische velden - werd een aantal proefpersonen, ingedeeld in ploegen of teams, met een onmogelijke opgave opgezadeld. Het experiment moest uitmaken of er desondanks morfogenetische leereffecten optraden. Nooit eerder was dit geprobeerd.
Afbeelding rechts: De door de Oude Hap ingezette experts observeren het gedrag van de proefpersonen.

Uit het vervolgonderzoek bleek dat er inderdaad sprake was van morfogenetische leereffecten, en zelfs, bij enkele deelnemers, van een leercurve die niet afvlakte (zoals door Sheldrake waargenomen bij zangvogels en mezen) maar zich leek te versterken. Dit aspect was voor de Oude Hap aanleiding de research-inspanningen te intensiferen. Reeds tijdens het onderzoek werden voor het eerst de nog maar net ontdekte feedforward effecten van het morfogenetisch leren gebruikt!

research.jpg (30454 bytes)

Uiteindelijk leidden de inspanningen tot een wetenschappelijke doorbraak: Tegen de Draad R&D wist de theoretische grondslag voor Morfogenese en Morfolutie te leggen. Dit gaf De Oude Hap de kans om middels de voor haar beschikbare tools en technologieen de theorie om te zetten in een praktische methode. Met name de Matrix-technologie van het Pseudologisch Instituut en de WINN.jpg (1180 bytes)methodiek van Twentsche Morph bleken hierbij onontbeerlijk.